donderdag 26 september 2013

Agrarische bedrijventerreinen 2

Auteurs:Dennis van Loenhout
Jos Uitterhoeve


Nederland is de tweede voedselproducerende natie van de wereld, alleen Amerika produceert meer voedsel. De landbouw is dus een heel belangrijke economische peiler voor Nederland. We kunnen hier zoveel voedsel produceren op zo'n kleine oppervlakte, omdat er heel efficiënt wordt omgegaan met de middelen, dat we innovatief bezig zijn en omdat we steeds intensiever werken. 

Deze ontwikkeling zal zich alleen maar voortzetten. En waar intensivering bij de veehouderij vooral zorgt voor allerlei ongewenste effecten (vervuiling, stank, mestoverschot, dierziekten), zorgt de intensivering van de groente- en fruitteelt juist voor minder milieubelasting en meer duurzaamheid. Voor intensieve groente- en fruitteeltbedrijven is nu echter geen goede locatie waar zij voldoende ruimte krijgen. 
Er komen steeds meer moderne productie methoden, die om een andere omgeving vragen dan het traditionele buitengebied.

Agrarische bedrijventerreinen
Wij zijn van mening dat er daarom binnen nu en 10 jaar de mogelijkheden moeten komen om bedrijventerreinen te maken, waar groente- en fruitproducende bedrijven en aanverwante bedrijven samen op een Agrarisch bedrijventerrein gevestigd kunnen worden.

Een agrarisch bedrijventerrein heeft de volgende voordelen:
  • Wanneer voedsel producerende bedrijven en daaraan gelieerde bedrijven naast elkaar op één bedrijventerrein komen te staan, verwachten wij dat er synergie gaat ontstaan tussen de diverse bedrijven.
  • De Nederlandse agrarische bedrijvigheid kan concurrerend blijven in zowel innoverend, prijstechnisch als productietechnisch oogpunt.
  • Meerder bedrijven samen op één bedrijventerrein kan ook zorgen voor ondersteuning van het Nederlandse economisch belang van de agrarische export.
  • De bedrijventerreinen kunnen optimaal ingericht worden voor een zo'n groot mogelijke mate van duurzaamheid.
  • Door de intensieve productie kan ook de teelt en oogst meer automatisch plaatsvinden. Dat betekent dat laagwaardige werkgelegenheid (handarbeid) wordt vervangen door technologische werkgelegenheid (ontwerpen, installatie, onderhoud).

Wat zijn de gevolgen voor het buitengebied?
De innovatieve en intensieve groente- en fruitteeltbedrijven zullen verplaatsen naar agrarische bedrijventerreinen. Daardoor komt agrarische grond beschikbaar voor andere doelen:
  • De oude landbouwgebieden kunnen omgezet worden in natuur, wateropvang of recreatie.
  • Er zal in de toekomst steeds minder gebruik worden gemaakt van fossiele brandstoffen (zoals aardolie en aardgas) en steeds meer van biomassa als grondstof voor chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen, electriciteit en warmte. Het produceren en gebruiken van biomassa wordt de Bio Based Economy genoemd. De productie van biomassa zal een claim leggen op de beschikbare landbouwgrond.
  • Naast de intensieve landbouw, zal er tegelijkertijd een ontwikkeling zijn naar meer biologische landbouw. De biologische landbouw (zowel groente- en fruitteelt als dierenhouderij) vraagt juist veel ruimte en grondoppervlakte. In de toekomst zullen de biologische landbouw en intensieve landbouw naast elkaar blijven bestaan en elkaar positief beïnvloeden.

Waar moeten de Agrarische bedrijventerreinen komen?
De Agrarische bedrijventerreinen kunnen op elke locatie komen, waar een goede ontsluiting is en waar er veel en hoog gebouwd mag komen. Dat betekent dus niet midden in het buitengebied, maar wel op bestaande bedrijventerreinen (als daar niet al vervuilende bedrijven gevestigd zijn) en geplande nieuwe bedrijventerreinen. Ook bestaande bedrijventerreinen die op dit moment leeglopen of nieuwe bedrijventerreinen die deels braak blijven liggen, zijn goede locaties. 

Wat moet er gebeuren?
Behalve een omslag in het denken, moet ook de ruimtelijke ordening aangepast worden. Provincies en gemeenten moeten hun structuurvisies, verordeningen en bestemmingsplannen aanpassen en de ontwikkeling van agrarische bedrijventerreinen mogelijk maken. Door deze ruimte te bieden aan het bedrijfsleven, wordt de vestiging van de intensieve teelten het best gefaciliteerd. 

-------------------------
Lees hier deel één over Agrarische bedrijventerreinen:


donderdag 12 september 2013

Agrarische Bedrijventerreinen


Intensivering van de landbouw
In vele takken van de landbouw vindt er een intensivering plaats. Intensivering van de landbouw betekent dat er meer voedsel wordt geproduceerd met gebruik van steeds minder grond. Intensivering kwam de afgelopen jaren in het negatief nieuws vanwege de intensieve veeteelt en de problemen die dat veroorzaakt: mestoverschotten, stankhinder, uitstoot van ammoniak, dierziekten en gevolgen voor de gezondheid.
Op het gebied van akkerbouw en teelt, de productie van groenten en fruit, is echter ook een intensivering aan de gang. Deze productie ontwikkelt zich snel op onderdelen als innovatie, verduurzaming en kwaliteit, mede dankzij ondersteuning vanuit kenniscentra als de landbouwuniversiteit Wageningen. Deze intensivering vraagt om nieuwe en ongebruikelijke oplossingen van de overheid.

Nieuwe ontwikkelingen in teelt
We zien dat agrarische akkerbouw- en teeltbedrijven (zoals telers van aardbeien, tomaten of kiemplanten) steeds minder afhankelijk zijn van de grond waarop het bedrijf opereert. De productie vindt plaats in kassen of op stellages. Recentere ontwikkelingen zijn productie onder LED of UV-licht. De noodzaak om voldoende grondoppervlak te hebben of om onder glas te kweken is daarmee voor een deel verdwenen.
Dit creëert de mogelijkheid om met voedselproductie de hoogte in te kunnen: de ‘agro-flats’. In een dichtbebouwd land zoals Nederland, waar de druk op iedere vierkante meter groot is, is deze ontwikkeling positief. Deze vorm van teelt biedt nieuwe mogelijkheden om verder te intensiveren en de vraag daarnaar zal de komende jaren toenemen. Er zijn op dit moment echter geen goede locaties waar die ontwikkeling kan plaatsvinden en daardoor ontstaan allerlei ongewenste situaties.

Waar is plaats voor die intensivering?
Agro-flats of intensieve teelten zijn nog steeds agrarische bedrijfstakken, maar passen niet in de mogelijkheden van het landelijk gebied. Dat komt omdat:
-          Niemand in het buitengebied grote, omvangrijke gebouwen wil;
-          Er geen of minder binding is met de (agarische) grond;
-          Een intensief teeltbedrijf vaker behoefte heeft aan een locatie met een goede bereikbaarheid, omdat de aan- en afvoer van producten veel groter is dan op een minder intensief landbouwbedrijf.

De vraag is, waar moeten deze bedrijven heen? Het antwoord: naar een Agrarisch Bedrijventerrein.

Wat is een agrarisch bedrijventerrein?
Een Agrarisch bedrijventerrein is een gebied, waar:
-          voedselproducerende bedrijven verder kunnen uitbreiden dan in landelijk gebied (agrarisch gebied) toegestaan is,
-          waar er meer ruimte is voor bebouwing (in oppervlakte of de hoogte in),
-          waar mogelijkheden zijn voor deze of andere bedrijven ook aanverwante, niet agrarische, activiteiten ontplooien, zoals het vriesdrogen van champignons,
-          waar bedrijven gebruik kunnen maken van elkaars diensten en producten, bij de verwerking van voedsel
-          waar energie en warmte tussen bedrijven uitgewisseld kan worden;
-          waar aanverwante en ondersteunende bedrijven geclusterd kunnen worden;
-          en waar een goede ontsluiting aanwezig is.
Het kenmerk is dat op een agrarisch bedrijventerrein bedrijven huisvesten die gericht zijn op voedselproductie en verwerking en waarbij intensivering, innovatie en waardetoevoeging centraal staan.

Voorbeeld
Een champignonkweker wil meer gaan produceren, maar moet dan meer bebouwing plaatsen. Dat mag niet, omdat het bedrijf aan het maximum van de toegestane oppervlakte in het buitengebied zit. Om toch meeromzet te halen, specialiseert het bedrijf door champignons te gaan vriesdrogen, zodat het product in waarde verhoogt.
Om voldoende gebruik te kunnen maken van de vriesdrooginstallatie maakt het bedrijf afspraken met champignonboeren uit de omgeving, om extra champignons in te kopen en die ook te vriesdrogen.
Daarop komen gemeente en de provincie in verzet: “Uw bedrijfsvoering is niet primair agrarisch meer. Alleen als ondergeschikte functie, dus voor champignons van het eigen bedrijf, is vriesdrogen toegestaan. Verwerkende industrie is niet toegestaan in het buitengebied.”
Het bedrijf zit dus klem. Het kan niet uitbreiden om het telen van champignons en mag slechts beperkt andere activiteiten uitoefenen.
Het verplaatsen van het bedrijf naar een bedrijventerrein is niet mogelijk en niet gewenst: de grondkosten zijn te hoog en agrarische activiteit als champignons kweken is niet toegestaan op een bedrijventerrein.
Wanneer dit bedrijf op een agrarisch bedrijventerrein was geplaatst dan waren er geen problemen. 

Waarom niet naar een gewoon bedrijventerrein?
Als eerste zijn de grondkosten voor een gewoon bedrijventerrein te hoog voor een agrarische ondernemer. Zelfs met een forse schaalvergroting zijn de marges op de producten te beperkt om de investering te kunnen doen.
Het tweede probleem is dat voedselproductie en – verwerking in een veilige omgeving moet plaatsvinden. Bedrijven die normaal op een bedrijventerrein zitten, zorgen voor stankhinder, overlast en uitstoot van stoffen.
Het derde probleem is dat wet- en regelgeving op dit moment niet toestaan dat agrarische bedrijven zich vestigen op een bedrijventerrein. De huidige systematiek van bestemmingsplannen en milieuvergunningen houdt geen rekening met de vernieuwing en innovatie.

Waar kunnen agrarische bedrijventerreinen komen?
Door de omvang van de activiteiten en de mogelijkheid om ook aanverwante (niet agrarische) activiteiten toe te staan is het niet wenselijk om een Agrarisch Bedrijventerrein midden in het buitengebied te plaatsen. Een logische locatie is vergelijkbaar met locaties voor normale bedrijventerreinen: met een goede ontsluiting en dicht bij transportassen met zowel het stedelijk als landelijk gebied. Maar voor een agrarisch bedrijventerrein moet wel verwijderd zijn van bestaande industrie.
Hoewel dit klinkt als een moeilijke opgave, zijn de mogelijkheden voor ontwikkeling van Agrarische Bedrijventerreinen op dit moment al op veel plekken aanwezig. Vele gemeenten hebben grond gekocht om daar een nieuw bedrijventerrein te vestigen. Door het ‘overschot’ aan bedrijventerreinen en de economische crisis, wordt de grond niet gekocht door bedrijven en wordt het bedrijventerrein niet ontwikkeld. Veel gemeenten schrijven daarom die grond, die in het verleden is gekocht, af.
Deze locaties liggen logistiek gezien op strategische posities, zijn over het algemeen gelegen aan de rand van zowel stedelijk als landelijk gebied en zijn goed ontsloten. Ze zijn daarmee uitermate geschikt om ook in aanmerking te komen als Agrarisch Bedrijventerrein. Omdat de grond volledig is afgeboekt is elke euro winst. De prijs die gevraagd kan worden voor Agrarische bedrijfsgronden ligt dan wel aanzienlijk lager dan die van een gewoon bedrijventerrein, maar ontwikkeling is sneller realiseerbaar en er komt werkgelegenheid bij. Bovendien wordt innovatie en vernieuwing gestimuleerd.