vrijdag 7 oktober 2011

Bouwen, bouwen, bouwen

In de zee van ellende in de bouwwereld, ligt een klein eilandje dat Gilze en Rijen heet. Daar waar in de meeste gemeenten de woningbouw volledig op zijn gat ligt, lukt het de gemeente Gilze en Rijen nog steeds om bouwprojecten van de grond te krijgen. Hoe kan het toch dat een kleine Brabantse gemeente nog tot woningbouwontwikkeling komt? We gaan op zoek naar antwoorden.

Bizar dat er in onze gemeente nog steeds veel woningen worden gebouw en verkocht. Wat de oorzaak daarvan is, is moeilijk te beantwoorden. Een ding kan ik er al wel over gezegd worden, oud wethouder Bert Wagemakers zou er trots zijn. Zijn motto was “bouwen, bouwen, bouwen” en “bouwkranen wil ik zien”. Destijds viel dat niet mee, er waren maar weinig bouwkranen omdat de projecten maar moeizaam van de grond kwamen. Het gerucht ging dat hij van zijn ambtenaren een miniatuur bouwkraan op zijn bureau heeft gekregen. Zo kon hij toch nog naar een bouwkraan kijken…

Maar goed, terug naar de dag van vandaag. Het lijkt nu de omgekeerde wereld. De conjunctuur is een recessie geworden, maar er worden meer woningen gebouwd dan in de hoogconjunctuur, de begin jaren 2000. Waarom kan er nu in Gilze en Rijen volop gebouwd worden?
Volgens een makelaar zijn nieuwe woningen in verhouding gewilder dan oude. “Ja duhu… maar, zeg ik, daarin zit het verschil toch niet met onze omgeving. Wij hebben in verhouding echt niet zoveel nieuwe woningen. Wat is er in Gilze en Rijen dan anders?”. Blijkbaar is dat een mix van factoren. Alle basisvoorzieningen zijn aanwezig, onze gemeente ligt goed ontsloten aan de snelweg er is een treinstation. Dus de bereikbaarheid van werk is hier goed. Dit is noodzakelijk om mensen te trekken, maar er zijn ook andere belangrijke factoren zoals de leefomgeving. Laten we ons vergelijken met een goed (fout) voorbeeld zoals de Reeshof. Ook daar is een treinstation en een verbinding naar de A58 en A59. Maar er staan in verhouding veel meer woningen te koop. Dat ligt vooral aan de leefomgeving. De Reeshof is een prototype vinex-lokatie waar in de jaren 90 het groen is opgeofferd om zoveel mogelijk woningen per vierkante meter te realiseren. Maar juist ruime woningen, in niet te hoge dichtheden, in groene woonomgevingen worden hooggewaardeerd en daardoor nog verkocht.

Elke gemeente heeft een verzadigingsgraad voor nieuwbouw, alleen is die in Gilze en Rijen wat hoger dan het gemiddelde. Dat neemt niet weg dat het er wel is. Als de economie nog verder daalt dan wordt het moeilijker om woningen te verkopen. Een veel gebruikte truc is om het aantal woningen per vierkante meter te vergroten om de prijs per woning lager te maken en het totaal rendement in balans te houden. Er is echter wel een keerzijde aan deze medaille. Het groen wordt als eerste opgeofferd en dat gaat weer ten koste van de leefbaarheid, waarvan we net hebben kunnen lezen dat het een van de belangrijkste factoren is om nu nog woningen te kunnen verkopen. Bovendien krijg je door te bezuinigen op de leefomgeving uiteindelijk de rekening dubbel gepresenteerd door de snellere verloedering van een wijk. Bent u wel eens in de B-wijk van de Reeshof geweest? Daar staan de woningen zo dicht op elkaar dat er geen groen in de wijk is. Gevolg: criminaliteit, drugsoverlast, leegstand, verloedering. Om zo’n wijk op te knappen heb je miljoenen nodig om er weer wat van te maken. En dat voor een wijk die slechts 20 jaar oud is.
Er kan uiteindelijk beter niet of met verlies gebouwd worden dat te dicht op elkaar.
Dus Gilze en Rijen. Als u wilt blijven bouwen, houdt het groen, open en leefbaar of doe het niet…

Laat de groene bouwkranen maar komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten